Skyros, al biedt het dezelfde betoverende verlaten baaien met blauwgroen water, het grootste eiland van de Sporaden heeft echt een ander karakter: rauwer, wilder. Bovendien heeft Skyros zijn identiteit weten te behouden, wat terug te vinden is in de vermaarde kunstnijverheid en in de gekoesterde tradities. Vooral het carnaval vormt een belangrijke gebeurtenis en in de dorpjes kan je nog oude mannetjes tegenkomen, gekleed in een ouderwetse blauwe broek, met slobkousen en aan de voeten, de nog uit de oudheid stammende sandalen.
Het eiland Skyros bestaat uit twee delen en wordt in het midden doorneden door de weg van Skyros-stad naar de haven Linaria. Skyros heeft de vorm van een vlinder, met aan weerszijden vleugels en in het midden een landengte van net 2km breed. Het zijn twee zeer verschillende helften: in het noorden ligt Meri, met het merendeel van de landbouw en de bevolking, die veelal werkzaam zijn op de vruchtbare landbouwgrond van Kampos en Trachy, terwijl het veel bergachtiger, zuidelijke schiereiland Vounoovergelaten wordt aan half wilde schapen en geiten, maar vooral aan inheemse paardjes, wier oorsprong ergens in een zeer ver verleden ligt.
Het noordelijke schiereiland
Aan de voet van Chora begint een lange baan zand die zich tot de horizon in noordelijke richting uitstrekt, met na elkaar de stranden van Molos en Magazia. Ze liggen wellicht wat te dicht op de bebouwing van de hoofdplaats, maar je zult niettemin bezwijken voor het zwemgenot of voor een heerlijke gegrilde goudbrasem (dorade) op het terras van een taverna.
Vervolg je weg langs het strand van Bina tot aan Kaap Pouria, waar je enkele vreemde grotkapellen kunt zien, waarvan sommige gedeeltelijk ingestort zijn. Hier en daar kijk je door een gat op het woeste landschap tegenover een kleine molen zonder wieken.