Vanaf de veerboot zien we tientallen eilanden voorbij gaan. De spanning stijgt, ieder eiland is zó mooi! Zullen we hier aanmeren? Of gaan we nog even verder? Vroeg in de ochtend zijn we vanaf de haven van Athene vertrokken richting het kleinere eiland Syros midden in de Cycladen. De boottocht er naar toe is al het reizen waard: de intens blauwe zee, het oneindige uitzicht en de wind nemen me helemaal mee naar een andere wereld. Echt het gevoel van weg zijn en even aan alle drukte ontsnappen, dat is wat ik ervaar op deze veerboot in the middle of nowhere. Het voelt heerlijk!
Op zoek naar het onbekende
De meeste mensen gaan tijdens hun eerste vakantie naar Griekenland naar een bekend eiland zoals Kreta, Kos of Lesbos. Ik kan me dat heel goed voorstellen, maar ik ben juist op zoek naar het onbekende van een land, in dit geval eiland. Plekken waar nog amper westerse toeristen zijn geweest, gesprekken met locals, het proeven van streekgerechten, lange avonden met goede gesprekken… Daarom trok ik de stoute schoenen aan en besloot ik om tijdens mijn eerste Griekenland-ervaring naar de eilanden Syros en Tinos te vertrekken. Ik heb juist het idee dat de ware Griekse schoonheid juist te vinden is op dit soort plekken en niet per se op plekken waar al heel veel toeristen komen. Na een aantal dagen op het eerste eiland, Syros, te hebben gespendeerd bleek dit meer dan waar te zijn.
Verrassend Syros
Vanuit ons appartement in Galissas kijken we uit over een stuk strand wat in deze tijd van het jaar, het najaar, bijna een privé-strand is. In het hoogseizoen moet het hier een stuk drukker zijn, voor nu kunnen we genieten van de totale rust die heerst in Galissas. Het strandje ligt precies tussen twee heuvels in, waardoor we iedere avond een perfecte zonsondergang hebben waarbij de zon precies in het midden van de twee heuvels de zee in zakt. Ik drink nog een slok van mijn cocktail bij de beachbar en moet mezelf echt even knijpen: het lijkt hier wel een paradijs! Het water is zó blauw, de heuvels zijn prachtig, het eten is lekker en de mensen zijn enorm vriendelijk. Ik kan me niet voorstellen dat het zolang geduurd heeft voordat ik hierheen ben gegaan! Overdag ben ik te vinden in Hermoupolis, het grootste stadje en de haven van het eiland. De gekleurde huisjes en de oplopende schilderachtige straten zijn typisch Grieks. In ieder steegje kun je terecht voor een lekkere ijskoffie of een goed Grieks gerecht. Vanaf meerdere plekken in Hermoupolis heb je een adembenemend uitzicht over de stad en de zee. Terwijl de wind door mijn haren waait en ik uit kijk over de lange baai weet ik het zeker: volgend jaar kom ik terug naar Griekenland!
Tussen de Grieken op Tinos
Op Syros kwam ik een aantal westerse toeristen tegen. Hoewel het aantal echt op twee handen te tellen was, waren we niet helemaal alleen tussen de Grieken. Op het volgende eiland Tinos is dit wel bijna alleen maar zo. Tinos is een heel bijzondere plek: het is het grootste bedevaartsoord van heel Griekenland. Mensen vanuit het hele land komen speciaal naar Tinos toe om een dagje of iets langer te spenderen, zodat ze de Kerk van de Heilige Moeder Maria een bezoek kunnen brengen. Vanuit ons hotelraam zien we de torens van de kerk. Waar je ook maar staat in Tinos Stad, de kerk is overal te zien. Het centrum van de stad is dan ook helemaal gericht op de religieuze bezoekers: kraampjes met kaarsen, schilderijen met Maria, wierook en ga zo maar door. Het is erg bijzonder, of je nou wel of niet religieus bent, om eens op een plek zoals deze te verblijven. Hier krijg je een goed beeld van de echte Griek. Tot laat in de avond zitten de mensen gezellig met de hele familie op de terrassen van de taverna’s te genieten van lekkere biertjes en heerlijke Griekse hapjes. In het najaar is dit dan ook nog goed te doen: het is tot middernacht rond de 23 graden. In het centrum van Tinos Stad zijn tientallen sfeervolle restaurants waar ik me helemaal uitleef op de typische Griekse gerechten: gebakken kaasjes, salades, souvlaki. Totaal iets anders wanneer je in ons land Grieks eten besteld: ze weten écht wat lekker eten is. Na enkele dagen op Tinos is het weer tijd om naar huis te gaan met een hoofd vol goede herinneringen van dit bijzondere land.